Sat Feb 09, 2008 7:42 pm
Sun Feb 10, 2008 4:41 am
boc bros wrote:Is there much pressure when working on a new record ?
Marcus: The only pressure on us when we're recording music is from ourselves. If you let the fans or the record company start to apply pressure on you, your music would suffer. So we just keep away from everyone and get on with jamming and writing, and after a while a record comes out of it.
Sun Feb 10, 2008 6:03 am
Sun Feb 10, 2008 7:43 am
747Music wrote:Is a great interview.
I love trying to remember as far back as I can. The reason it's difficult to remember so far back is because we didn't understand the things we saw in the same way we understand them now. In other words, our brain has difficulty making a connection to something that we placed in an area of our minds under certain association according to our understanding at an early age, whereas we would associate that something in a different category now that we have a different understanding of it. (that is incredibly hard to word) It gets much more technical involving actively making links between associative categories, but its late, and I'm tired... And it's getting really off topic...
But I do have tricks to remembering early childhood memories, it's worked with a couple people. not everyone though, not everyone can grasp the concept. those that can, remember more.
Sun Feb 10, 2008 4:39 pm
Vordhosbn wrote:747Music wrote:Is a great interview.
I love trying to remember as far back as I can. The reason it's difficult to remember so far back is because we didn't understand the things we saw in the same way we understand them now. In other words, our brain has difficulty making a connection to something that we placed in an area of our minds under certain association according to our understanding at an early age, whereas we would associate that something in a different category now that we have a different understanding of it. (that is incredibly hard to word) It gets much more technical involving actively making links between associative categories, but its late, and I'm tired... And it's getting really off topic...
But I do have tricks to remembering early childhood memories, it's worked with a couple people. not everyone though, not everyone can grasp the concept. those that can, remember more.
Interesting. Throughout the past couple of months my memory has become incredible. I think it is because my life has become to bland and uneventful, that I constantly think of better times. But one thing I notice is that often unrelated memories from many years ago will just pop into my head, at random. Does anyone else get this?
Sun Feb 10, 2008 4:41 pm
Mon Feb 11, 2008 9:38 am
Mon Feb 11, 2008 9:46 am
Mon Feb 11, 2008 1:40 pm
Frank wrote:I have a 2006 interview from OOR here, which isn't on the boc pages. It's dutch tho and i really dont feel like translating (i also would'nt be able to do that very good i guess). Should i post it anyway?
Mon Feb 11, 2008 8:28 pm
by Koen Poolman - OOR - November 2005
Nog nooit spraken ze met een Nederlandse journalist. Ze spreken sowieso eigenlijk nooit. Optreden doen ze sinds hun entree in 1998 gemiddeld één keer per drie jaar. Hetzelfde tempo houden ze met hun albums aan. Ze wonen en werken teruggetrokken in de bossen van de Schotse Pentland Hills. Boards of Canada, het laatste geheim van de pop. Ze voegden weer een hoofdstuk aan hun mythe toe: The Campfire Headphase. Koen Poolman reisde af naar Schotland om zijn helden te ontmoeten.
Laten we bij het eind beginnen: De Radiohead-vraag. Zonder Boards of Canda’s Music Has The Right To Children (1998) had Kid A (2000) heel anders geklonken, luidt de mare. Mike en Marcus aarzelen. ‘Dat zou ik niet durven zeggen.’ ‘Dat is niet eerlijk ten opzichte van hen.’ ‘Alsof ze anders geen geweldige plaat hadden gemaakt.’ ‘Misschien hebben ze wel goed geluisterd naar Aphex Twin en Autechre.’ Nee, dat succes willen ze niet claimen. Dat Thom Yorke een bewonderaar is van hun warme, broeierige elektronica, is genoeg. Kid A en Amnesiac vinden ze mooie platen. U2 schijnt ook fan te zijn. Dat laat ze dan weer koud. De roem kan ze gestolen worden. Feit is dat Music Has The Right To Children en opvolger Geogaddi (2002) - beide met 200.000 verkochte cd’s na Aphex Twin en Nightmares on Wax de bestsellers in de experimentele Warp-catalogus - talloze bands en producers hebben geïnspireerd.
Het zijn van die platen die jarenlang meegaan en steeds beter worden. Ze logenstraffen het cliché van elektronische muziek als kille, cleane, mechanische, sciencefiction-achtige muziek voor de wereld van morgen. Hier is een groep die haar best doet haar geluid zo ouderwets, gammel, en zelfs ‘beschadigd’ mogelijk te maken, die zich liever haar onbezorgde jeugddroom herinnert dan droomt van een leven tussen robots, die gitaren, fluiten, windorgels, drums, percussie, analoge synthesizers en aftandse taperecorders verkiest boven de nieuwste software, die voortdurend in folky sferen lijkt te verkeren, die verplicht tot luisteren en die perfectie afzweert. Menselijke muziek is niet ongenaakbaar. Geen kloppende pulse, maar een brok in de keel. Een lichte hapering, een traan.
En dan: een huivering. Je hoort dingen die je eerst niet hoorde. Stemmen, boodschappen, hallucinaties. Wie in de caleidoscopische wereld van Boards of Canada duikt, ontdekt sporen van occultisme, religieuze cults, spionagenetten, numerologie, mathematische concepten... Ze zitten verstopt in titels, artwork, samples, de lengte van de tracks, het aantal tracks, in talloze achterwaarts afgespeelde stemmen, zelfs in de heuse audio palindromen: zinnetjes die voor- en achterwaarts afgespeeld identiek zijn. The Devil is In The Details heette een van de nummers van Geogaddi. De cd telde 23 tracks (een mystiek getal voor occultisten), duurde 66 minuten en 6 seconden en was 666 Mb groot. Bijrollen: Dave Koresh, leider van de Branch Davidians-sekte in Waco, en Pan, de ‘god with hooves’. heidense god der weiden en bossen. Eerst zie je ze niet, dan lijken ze opeens overal te zitten. De magie van Boards of Canada - opererend vanuit een afgelegen woongemeenschap in de bossen van de Schotse Pentland Hills, onder Edinburgh, waar ze hun eigen studio hebben - kreeg langzaam een zwart randje. En al die jaren weigerden ze naar buiten te treden. Ze deden slechts een handvol interviews over de e-mail en stonden, na hun stille entree met Music Has The Right To Children, drie keer op een podium.
Een Enigma.
Nu hebben ze dan eindelijk ingestemd met een face to face interview, Eén per land, twee uur lang. Ze hebben een hoop uit te leggen. Over hun nieuwe album The Campfire Headphase bijvoorbeeld, maar ook over de wilde verhalen die het mysterie Boards of Canada zijn gaan omgeven. Ze willen bewijzen dat ze ‘ordinary blokes’ zijn en geen ‘magiërs ie mensenoffers brengen op een bergtop.’ De mythe heeft een loopje met ze genomen, beseft Mike. ‘Als je zolang uit de media wegblijft gaan mensen vanzelf de gaten in je verhaal opvullen.’
Mike is Micheal Sandison, 34 jaar, vader van een dochtertje van één. Hij oogt vermoeid. Lijdt aan slapeloosheid en depressies. Draagt een zwarte trui, spijkerbroek en gympen. Baardje van een week. Onopvallend. Marcus Eion (32) is knapper, sportiever ook. Hij blijkt een verfent snowboarder. Getrimd baardje, het haar met gel in model gehouden. De ring om zijn vinger zegt dat hij vorig jaar getrouwd is. Op zijn T-shirt staan de namen van weirdo-rappers Boom Bip en Dose One. Mike is een vlotte prater. Marcus is iets bedachtzamer, geeft uitleg bij Mike’s verhaal.
Het grootste misverstand,’ gaat Mike verder waar hij begonnen is, ‘is onze humor. Veel mensen missen onze ironie. Ze nemen alles wat wij doen veel te letterlijk.’ Ze zijn, zegt hij bijna verontschuldigend, gewoon geïnteresseerd in oude culturen, religieuze uitspattingen, wetenschappelijke vraagstukken, alles wat afwijkt van de norm. Meer moeten we er niet achter zoeken. En nee, ze zijn beslist geen ‘failed techno band’, zoals ze wel eens lezen op internetfora van IDM-diehards. Ze hebben nooit intelligent dance music willen maken. ‘Eigenlijk zijn we nooit geïnteresseerd geweest in dancemuziek, techno of wat dan ook. Die wereld staat heel ver van onze af. Van kinds af aan hebben we ieder instrument opgepakt dat voor het grijpen lag en er een hoop herrie mee gemaakt. Wij zijn geen technokids.’
Enter: The Campfire Headphase. Weer zo’n ongepoetste juweel met intieme synths, beats en, voor het eerst, gitaarloops die, goed tegen het licht gehouden, langzaam begint te glinsteren. Met het licht reflecteert ook het beeld van een klassieke roadtrip door het oude Amerika, kriskras door de tijd. Titels als Dayvan Cowboy, 84 Pontiac Dream, en Ataronchronon (een oude indianenstam) verraden iets van de bedoeling. ‘De basis,’ legt Mike uit, ‘is een fantasie, een mind trip. Je zit ergens in een kamp in het bos, spaced out rond het kampvuur. Het is donker, je bent alleen, je sluit je ogen en je fantaseert over het Amerika van de achttiende eeuw. Je verliest je tijdsbesef. Uren worden dagen, weken. Er gebeuren vreemde dingen, onverklaarbare dingen, sprongen in de tijd, transformaties, een beetje surrealistisch, zonder dat je het als zodanig ervaart. Het is een droom, je bent écht die cowboy. Totdat de muziek ineens overgaat, zoals in 84 Pontiac Dream. Je ontwaakt, je hoort stemmen om je heen, de regen komt met bakken uit de hemel. Je zit ergens in Central Park, in de verte hoor je iemand op een akoestische gitaar spelen en je weet bij God niet hoe je hier gekomen bent.’ Marcus: ‘Complete chaos, een wereld zonder logica, dat idee. Ken je de film Zabriskie Point? Voor mij heeft deze plaat dezelfde sfeer. Het is een krankzinnige roadmovie. Er gebeurt van alles wat niet logisch is, je probeert er een lijn in te ontdekken, een verklaring te vinden, maar aan het eind van de film weet je nog steeds niet wat er nu eigenlijk gebeurd is.’ Mike: ’De centrale vraag is: hoeveel van deze ervaringen zijn echt? Hebben ze echt plaatsgevonden? Hoeveel voltrok zich in een hallucinatie? Wie wel eens een psychedelische ervaring heeft gehad, weet dat zoiets niet letterlijk na te vertellen is, het verandert ieder moment.’
Sherbet Head, zo’n miniatuurtje waarvan Boards of Canada er meer heeft, en vaak hele mooie, verwoordt de psychedelische ervaring misschien nog wel het beste: een hoofd vol sorbetijs. Daas, wauws. Een beetje duizelig. Lichte tinteling. Was die inktzwarte voorganger Geogaddi een bad trip, The Campfire Headphase is zijn tegenhanger: de good trip.
Geogaddi eindigde met Corsair, ‘het licht aan het einde van de tunnel’; aan het einde van de good trip wacht een downer. De laatste drie tracks gaan diep, héél diep. Marcus: ‘Daardoor blijft het langer hangen.’ Mike: ‘Ik zou nooit iets kunnen maken dat helemaal optimistisch is.’ Vooral het afsluitende Farewell Fire, een pastorale orgeldrone, grijpt naar de keel. Ze willen niet zeggen voor wie het geschreven is, maar het kan alleen maar een dierbare geweest zijn die is overleden.
Mike vertelt: ‘Farewell Fire is Marcus op keyboards, meer niet. Hij heeft het in één nachtelijke sessie gemaakt. Er zitten momenten in dat het hapert en het echt voelt als iemand die van verdriet niet meer in staat is om goed te spelen. Dat kun je met geprogrammeerde muziek nooit bereiken. Ook al is het een elektronisch stuk, het klinkt heel menselijk, hartverscheurend. Het moment dat het even stopt, is alsof er naar adem gehapt moet worden, als een stem die even zwijgt.’ Marcus: ‘Veel mensen die elektronische muziek maken gaan ervan uit dat die steriel en mechanisch moet zijn... en futuristisch [cynisch lachje]. Dat is heel eenvoudig, het enige wat je hoeft te doen is de apparatuur aan te zetten. De kunst is om die synthetische klanken een emotie mee te geven, alsof het een stem is.’ Een synthlijn, licht Mike toe, wordt geschreven alsof het een zanglijn is, een zanglijn die bijna vals is. ‘De beste zangers hebben een beperkte stem. Zo’n stem als van Bob Dylan, zo nasaal, bevend, nooit helemaal zuiver, is verre van compleet, maar zit barstensvol karakter. Als je een sessiezanger zou vragen een van zijn songs te zingen, dan zou het technisch perfect zijn, maar zielloos, zonder leven. Dat is precies wat wij onszelf steeds voorhouden: het mag niet perfect zijn. We stoppen er met opzet fouten en beschadigde geluiden in om de muziek te laten ademen.
Wie voor het eerst een plaat van Boards of Canada hoort, zal zich verbazen over het ‘zingende’ geluid op de achtergrond, alsof de opnameband niet helemaal strak liep. Dat is precies wat er aan de hand is. Het duo zweert bij het geluid van oude cassettebandjes die niet meer zo goed afspelen, waarvan het geluid af en toe wegvalt, of is afgevlakt, die te langzaam gaan, of juist net iets te snel. Het geeft de opname een magisch tintje, vinden ze. Het voert hen terug naar de tijd dat ze zelf nog bandjes draaiden, naar hun verloren jeugd. Debuut-LP Twoism (1995) klonk als een mispersing, alsof het gat niet precies in het midden zat. Slow This Bird Down, op de nieuwe cd, heeft dit ook. De ‘zingende gitaar’, Chromakey Dreamcoat is opgenomen op het strand met de verrotste taperecorder die Marcus kon vinden. Hij heeft ook een digitale. Gebruikt ie zelden. De melodie van Julie and Candy (op Geogaddi) werd opgenomen met een paar fluiten en vervolgens eindeloos heen en weer gestuurd tussen de ingebouwde microfoons van twee tapedecks totdat er niets meer dan een luide, mistige galm, een soort misthoorn, overbleef.
Veel, bijna alles, wat je op hun platen hoort, komt van een fluit, een gitaar, een piano, een percussie-instrument, een windorgel of een ander exotisch instrument, maar de geluiden worden dermate lang ‘behandeld’ dat ze zelden als dusdanig herkenbaar zijn. Het lijken allemaal synthesizer geluiden. Hoe langer je een geluid bewerkt, hoe synthetischer het klinkt, legt Marcus uit. Hun synthesizers zijn trouwens ook vintage: oude analoge modellen met knarsende en krakende geluiden.
Noem hun werkwijze nooit nostalgisch; Marcus heeft er een hekel aan. Retro, nog zo’n woord. Te gemakkelijk, vindt hij. ‘Wij refereren aan iets uit het verleden, iets tragisch of iets moois dat verloren is gegaan, we proberen dat terug te halen, maar daar stoppen we niet, we proberen het verder te brengen, ons voor te stellen wat ervan geworden zou zijn als het nog steeds zou bestaan. We kopiëren het verleden niet, we herschrijven het, we negeren de loop die de geschiedenis heeft genomen. We gaan terug naar een bepaald moment in de tijd en plaats en slaan dan een alternatieve weg in. We zeggen tegen elkaar: Make it 1978 and then take it somewhere. Hoe had de muziek van nu geklonken als we toen met z’n allen die andere weg waren ingeslagen? Een soort parallelle wereld.’ Alsof de nineties nooit hebben plaatsgevonden, zoiets. Waar zouden de wereld en de muziek zijn als we die tijd hadden overgeslagen? ‘
De nineties, voor de goede orde, staan met hun schreeuwerige MTV-cultuur, hun ongebreidelde hedonisme en alsmaar verdergaande globalisatie voor alles wat fout is volgens het teruggetrokken levende duo.
Ze geloven heilig in een ‘sideways culture’. Marcus: ‘De meeste mensen nemen de wereld zoals zij is, ze staan nooit stil bij de vraag hoe de wereld er had kunnen uitzien als we niet met z’n allen door een tunnel waren gegaan. Als je kijkt naar de huidige staat van de muziek en je beschouwt de wortels van die muziek, dan wordt die weg automatisch gezien als de enige die de muziek had kunnen afleggen. Niemand realiseert zich dat die aanname bepalend is voor wat ze doen. Ze volgen gewoon dat pad. Zie het als een gang. Iedereen staat middenin de gang, de uitgang lonkt. Ze beschouwen de situatie en wéten: we móeten aan het eind van de gang zien te komen. Wat wij proberen te doen is ons voor te stellen dat er naast die gang nóg een gang is en dat je die gang wellicht via een geheime doorgang kan bereiken.’
Mike toont zich een groot bewonderaar van Jeroen Bosch (1450-1516), de diepreligieuze schilder wiens werk stilistisch noch thematisch aansloot bij stromingen uit zijn tijd. In tegenstelling tot het serene werk van zijn tijdgenoten ging het fantastische werk van Bosch over angst, afschuw en rampspoed. ‘Zijn werk zat vol vreemde, spookachtige elementen.’ doceert hij, ‘elementen waarvoor geen verklaring was. Het waren fantasieën. Zijn werk was surrealistisch voordat het surrealisme was uitgevonden. Zijn verbeelding was de doorgang naar een andere wereld. Er zitten elementen in zijn werk die er niet zouden moeten zitten, inconsequenties, en juist die maken zijn werk zo sterk, zo aangrijpend.’ Hij trekt een parallel met Music Has The Right To Children, waarop naïeve kinderstemmetjes botsen met atonale geluiden, chroomkleurige beats en dissonante melodieën. ‘Die kinderstemmetjes brengen je van je stuk, ze horen niet thuis in zulke duistere muziek. Je weet niet waarom ze er zijn, ze zijn er gewoon. Ze suggereren onschuld, maar ook gevaar. Je wéét het gewoon niet. Maar het grijpt je wel aan.’
‘Als je schilderijen zou maken van wat er volgens ons op onze platen gebeurt,’ zegt Mike, en hij verontschuldigt zich bij voorbaat voor de pretentie die in deze uitspraak besloten ligt, ’dan zouden dat hele surrealistische werken worden. ‘Er zou niks van kloppen. En toch zou je het niet hoeven uitleggen.’
Marcus: ‘Als je het moet uitleggen, is het geen kunst meer.’
Tuig een plaat op met verborgen boodschappen over God en Satan en stervelingen geloven dat zij afgezant van een van beide zijn, en je eindigt met een altaar. Zo noemt Marcus het vorige album Geogaddi, een altaar. Hij zegt het lichtelijk smalend. Op internet circuleren de wildste theorieën en analyses over de inmiddels drie jaar oude plaat. Over David Koresh en zijn Branch Davidians, aan wie het nummer 1969 en de EP In A Beautiful Place Out In The Country zouden zijn gewijd (klopt). Over de adaptatie van de gulden snede en bijzondere cijferreeksen zoals de Fibonacci-reeks in notenschema’s en songstructuren (klopt). Over links naar het werk van Bertold Brecht (onzin). Over samples van uitzendingen van spionagediensten in de Koude Oorlog (klopt). Over satanisme (onzin). Over audio palindromen (‘de techniek staat voor niets’). Over de albumtitel, die zoiets als De Woeste Aarde zou betekenen (stilzijgen). Dat laaste laten ze graag open. Er moet nog wel iets te raden overblijven.
Al die ‘dingetjes’, zoals Mike ze noemt, plaatsen de instrumentale muziek in een context, ze brengen een lijn aan, een concept, zo je wilt. ‘Zolang je bij concept maar niet denkt aan een plaat over de regels van het schaakspel.’
Op Geogaddi waren die dingetjes ontsproten uit de donkerste krochten van hun ziel, op al hun andere platen kun je ze herleiden tot een verlangen naar hun jeugd – het Leitmotiv in dit verhaal.
De verloren jeugd, de tijd dat het leven nog simpel was en geluk heel gewoon, daar zoeken ze naar. Die warmte. Onschuld. Dat gevoel dat iedere adolescent langzaam kwijtraakt. ‘Als ik depressief ben, en ik heb een lange geschiedenis van depressies.’ Bekent Mike. ‘dan zoek ik altijd troost in mijn kinderjaren. Die weemoed is altijd aanwezig in onze muziek.’
Eén ding wil hij nog over Geogaddi kwijt: ‘Het was een project, it’s its own thing. Een claustrofobische trip door een wereld vol paranoia en duisternis. Veel mensen verwarren de plaat met de mens. Wij zijn geen doemdenkers.’
‘Vergeet niet, ‘ zegt hij even later, ‘dat we in de studio zaten toen 9/11 gebeurde. De laatste vijf maanden van Geogaddi vielen samen met de nasleep van 9/11. Het was een angstige tijd, het voelde alsof we terugkeerden naar de Koude Oorlog. Opeens bekroop me weer de angst die ik als kind al gevoeld had voor de atoombom. Ik denk dat iedereen van onze generatie dat gevoel wel kent. We ontkwamen er niet aan, het drukte ons gemoed. De toon werd steeds beklemmender. De sfeer, de samples, het heeft er allemaal mee te maken,’ ‘Bovendien,’ gaat hij verder, ‘ging ik zelf door een moeilijke periode. Het was een klotejaar.’
‘Nu, vier jaar later,’ neemt Marcus het over, ‘lijkt die dreiging van 9/11 permanent geworden. De wereld lijkt permanent veranderd, blijvend onveiliger. Meer chaos en duisternis en paranoia. Als je dat dag in dag uit ervaart, ga je je vanzelf afvragen hoe kunne we hieraan ontsnappen? Hoe kunnen we die realiteit vergeten?’ Mike: ‘In plaats van mee te gaan doen in de psychose kun je ook een uitvlucht zoken.’ Toeval of niet, in dezelfde periode luisterde hij graag naar de eerste plaat van positivo’s The Polyphonic Spree. ‘Ik dacht, ik wil ook weer iets hoopvols maken.’
En zo werd het idee voor The Campfire Headfase geboren: ze zouden teruggaan naar de tijd dat hun muziek nog simpel escapisme was. Terug naar Twoism, het debut met zijn gekke zingende geluid. ‘Twoism is waarschijnlijk de minst politieke plaat die we gemaakt hebben. Het is muziek om bij weg te dromen. Ook al is je leven klote en haat je je werk, als je de plaat opzet en je laat meevoeren door de melodieën, vergeet je al je ellende. Dat hebben we nu ook weer proberen te creëren: een luchtbel waarin je kunt opstijgen en wegzweven. Weg van alles. De nieuwe plaat heeft geen geheime agenda. Het enige wat hij zegt is: fuck all this stuff, zet het nieuws uit, zeg die klotebaan op maak dat je wegkomt uit de stad, neem de tijd om eens terug te denken aan gelukkiger tijden. Iedereen heeft wel een jaar in zijn hoofd, de beste zomer van je leven. Dat is ons doel: we bieden je een venster naar de beste zomer van je leven.’
Marcus: ’zie het als een hulpmiddel. Een tijdmachine. Een privé-tijdmachine. Onze muziek werkt niet in de openbare ruimte, zij spreekt tot één luisteraar tegelijk. Het is muziek om in je eentje naar te luisteren. Om in weg te kruipen. we bieden je een veilige haven.’
Mike: ‘A place to go.’
Dan realiseert Mike zich opeens iets: ‘nu ik er zo over nadenk, dat is iets wat wij als vanzelfsprekend beschouwen, zozeer zelfs dat we ons niet kunnen voorstellen dat er mensen zijn die iets anders zouden willen bereiken met hun muziek. Maar veel mensen die urban muziek maken, of dat nu r&b of iets anders is, die denken precies het tegenovergestelde. Ze zeggen bijna: Wat we ook doen, het moet van deze wereld zijn. Het moet hier en nu representeren, het mag niet te veel afwijken. Het moet geschikt zijn om in Gap gedraaid te worden. Muziek is voor mij een escape from Gap. Als ik een kledingwinkel binnenloop, denk ik al gauw: fucking hell, ik zou wel iemand iets kunnen aandoen, ik moet hier zo snel mogelijk weer weg, terug naar mijn fantasiewereld.’
Terug naar de bossen van de Pentland Hills. Terug naar zijn vriendin en zijn dochtertje. En terug naar zijn broer. Want na enig aandringen willen ze het wel toegeven: Mike Sandison en Marcus Eion zijn broers. Eion – spreek uit: Ian – is Marcus’ tweede voornaam. Ze hebben het tien jaar lang geheim gehouden. Het doet er niet toe, vinden ze. Het verhaal is de muziek, niet de mensen. De mythe vervaagt, de muziek blijft.
Niemand kent ze, niemand heeft ze ooit zien optreden, niemand heeft ooit een advertentie of een videoclip of een tv-optreden van ze gezien (die bestaan niet), niemand weet wat ze precies denken, maar 200.000 eenzame zielen herkennen hun stille verdriet. Hun verlangen baarde de mooiste muziek van de laatse tien jaar. Vraag het maar aan Thom Yorke.
Mon Feb 11, 2008 8:59 pm
To some extent, we believe that getting well known for your music is a toxic thing for the band. People start to feel that they own you and your music, and they get very particular about what they want you to do. It can become claustrophobic.
Mon Feb 11, 2008 10:08 pm
not quite on the boc pages, but scans have been available on my server for a long timeFrank wrote:I have a 2006 interview from OOR here, which isn't on the boc pages. It's dutch tho and i really dont feel like translating (i also would'nt be able to do that very good i guess). Should i post it anyway?
Mon Feb 11, 2008 11:11 pm
Fredd-E wrote:not quite on the boc pages, but scans have been available on my server for a long timeFrank wrote:I have a 2006 interview from OOR here, which isn't on the boc pages. It's dutch tho and i really dont feel like translating (i also would'nt be able to do that very good i guess). Should i post it anyway?
Tue Feb 12, 2008 4:59 am
bleak. wrote:Vordhosbn wrote:747Music wrote:Is a great interview.
I love trying to remember as far back as I can. The reason it's difficult to remember so far back is because we didn't understand the things we saw in the same way we understand them now. In other words, our brain has difficulty making a connection to something that we placed in an area of our minds under certain association according to our understanding at an early age, whereas we would associate that something in a different category now that we have a different understanding of it. (that is incredibly hard to word) It gets much more technical involving actively making links between associative categories, but its late, and I'm tired... And it's getting really off topic...
But I do have tricks to remembering early childhood memories, it's worked with a couple people. not everyone though, not everyone can grasp the concept. those that can, remember more.
Interesting. Throughout the past couple of months my memory has become incredible. I think it is because my life has become to bland and uneventful, that I constantly think of better times. But one thing I notice is that often unrelated memories from many years ago will just pop into my head, at random. Does anyone else get this?
yes, very often. the same case with dreams...there are certain dreams i remember so vividly from the past. x
Tue Feb 12, 2008 7:42 am
Frank wrote:Fredd-E wrote:not quite on the boc pages, but scans have been available on my server for a long timeFrank wrote:I have a 2006 interview from OOR here, which isn't on the boc pages. It's dutch tho and i really dont feel like translating (i also would'nt be able to do that very good i guess). Should i post it anyway?
But, but, but... mine is copypastable.
Tue Feb 12, 2008 5:37 pm
Tue Feb 12, 2008 6:07 pm
Tue Feb 12, 2008 6:19 pm
Tue Feb 12, 2008 9:10 pm
Tue Feb 12, 2008 9:18 pm
I think google's better at translating:ryetronics wrote:Babelfish FTW!